1 |
 |
“...bijaldien hij zulks in eenige der voormelde
gevallen mogt komen te weigeren, zal hy voor de eerste maal
voor den tijd van zes weken en voor de tweede maal den tijd
van drie maanden in zijne practijk worden gesuspendeerd, en dit
ten derden male plaats hebbende, hem zijn practijk ten eenen male
worden ontzegd.
Art. 6.
Ook zal elk genees-, heel- en vroedmeester gehouden zijn de
gealimenteerde armen dezer kolonie, op de daartoe te doene
requisitie van den armmeester en order van het opperhoofd, pro
deo te bedienen, en de vereischte medicijnen gratis te leveren.
Zullende deze dienst door de respective genees-, heel- en vroed-
meester bij beurten van zes tot zes maanden worden waargenomen,
en op den eersten April aanstaande door den jongsten genees-,
heel- en vroedmeester, alsdan binnen de kolonie practiserende,
worden aangevangen; zullende dezelve op gelijken voet eenige
slaven, welke van tijd tot tijd zich in criminele detentie mogen
bevinden, ter requisitie van den heer Fiscaal moeten bedienen...”
|
|
2 |
 |
“...der waterzucht met de daartoe vereischt wordende
oppassing tot de genezing toe, twee en twintig pezo3 van achten.
Voor het genezen van een hydrocèle of waterbreuk door injectie,
drie en dertig pezos van achten.
Dito dito door incisie of openleggen, vijf en vijftig pezos van achten.
Vooreenetijdelijke of verzachtende genezing, elf pezos van achten.
Voor het openen van een abces of zweep in de lever of de borst-
holte, twee en twintig pezos van achten.
Voor het openen van eenige andere verzwering pro rato der-'
zelver grootte, een tot vijf pezos van achten.
Voor het uitsnijden of uitnemen van een kogel uit arm ofbeenen ,
elf pezos van achten.
Idem uit de holte van het ligchaam, twee en twintig pezos
van achten.
Voor het zetten van een seton en verbanden, elf pezos.
Fontenellen en dito, drie pezos van achten.
Voor het inenten, met de daartoe vereischte oppassingen en
medicijnen, elf pezos van achten.
Voor het eerste verband van eene wond naar rato van de grootte,
van één tot vijf pezos van achten...”
|
|
3 |
 |
“...gevonden en verstaan is bij deze, de maten en gewigten te doen
ijken. Weshalve Wij alle kooplieden, winkeliers en anderen mit3
deze gelasten, om hunne maten en gei^gteh, te weten: diegenen
die pakhuizen of winkels houden aan het »enedendorp,^ op Maandag
aanstaande, den 8sten dezer, en diegenen die pakhuizen en win-
kels in het Bovendorp houden, mitsgaders alle anderen , die eenige
goederen of waren by de maten uitventen en verkoopen, op Don-
derdag aanstaande, vóór acht ure in den voormiddag, te pro-
duceren ten huize van Eustache Dupërsoy, zilver- en goudsmid
alhier, alwaar dezelve maten en gewigten zullen geëxamineerd en
«readiusteerd, en daarna, ten overstaan van twee leden uit den
raad , 'behoorlijk geijkt worden. Zullende de kosten hierop door
elk individueel, naar gelang van den arbeid voor het adjusteren
van dezelve maten en gewigten vereischt, moeten worden ge-
draden. En welke kosten van arbeidsloon, ingeval deswege eenig
verschil mogt ontstaan, door heeren raden-commissarissen dadelijk...”
|
|
4 |
 |
“...u
1825. N”. 32 en 33.
3®. dat de eigenaren derzelvo zullen gehouden zijn, zoodanig
vee binnen den tijd van drie dagen uit het Fort te doen halen,
en bij foute van dien publiek zal worden verkocht, en het pro-
venu, na aftrek der onkosten, ter koloniale secretarie worden ge-
deponeerd voor rekening van dien het zoude mogen aangaan.
Voorts verbieden Wij allen en een iegelijk hunne paarden,
muilezels, ezels, horenbeesten of schapen langs de straten of op
de erven van hunne buren te laten loopen of weiden, op poene
van dadelijk te worden opgevat en in het Fort gebragt.
En opdat niemand hiervan eenige ignorantie zoude komen te
pretenderen, zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd ter plaatse
alwaar zulks alhier gebruikelijk is.
Aldus gearresteerd in Onze raadsvergadering, gehouden op
St. Eustatius, den 30sten Maart 1825, en gepubliceerd den elfden
April daaraanvolgende.
(Oet.) W. A. van Spengleb.
Ter ordonnantie van denzelve,
(get.) T. G. Gboebe , Secretaris.
N°. 33.
PUBLICATIE.
Wij Wilhelm...”
|
|
5 |
 |
“...beslissing van de regtbank.
Art. 98.
Wanneer de actie geene geldswaarde uitdrukt, zal daarvoor f 2
door den deurwaarder worden genoten en ’tzegelregt ook ƒ 2 zijn.
Art. 99.
Voor deze leges zal de deurwaarder alles tot sententie toe moeten
verrigten, zonder meer in rekening te brengen.
Art. 100.
Alle kosten zullen door de partijen-requiranten worden voor-
geschoten bij den aanleg van den eisch.
Deze bepaling is van geene toepassing op den publieken aanklager.
Art. 101.
Wanneer echter eene party pro deo ageert, zal hij, ingeval
hij zijne^zaak komt te winnen, moeten voldoen de kosten, van
welke hij provisioneel was gedispenseerd geworden.
Art. 102.
Wanneer in civile zaken er getuigen zullen gehoord worden,
zullen die^ hunne verklaring op een zegel van ƒ 1 afleggen, en
zal voor iedere verklaring door den belanghebbende ƒ 5 aan de
getuigen betaald worden.
Art. 103.
Het getal van getuigenissen in civile zaken, welke als noodige
voorschotten onder de kosten van het proces berekend worden,...”
|
|
6 |
 |
“...gelegenheid van zaken
aan den lijve gecorrigeerd en gestraft te worden.
Art. 9.
Indien eenige arme personen, hetzij als eischers of verweerders,
dingpligtigen zullen komen te worden, hetzij in civile of criminele
zaken, en zij van den regter behoorlijk permissie zuilen bekomen
hebben om gratis en pro deo te mogen bediend worden, zoo zullen
zoodanige persoon van den voorz. impost geheel en al vrij zijn,
en in hun reguard op alle acten, hetzij van gratie of te andere
judiciele geschriften, in plaats van het zegel, gesteld worden
,, pro deo” ; zoo als ook van gemelden impost zullen gelibei-eerd zijn
alle kerken, diakonien, godshuizen en gestichten adpios usus;
doch wanneer de in voege voorschreven pro deo bediend zijnde
personen mogten triumpheren met de kosten, zal het montant der
zegels , die anderzins ten processe hadden moeten gebruikt worden ,
begroot en door de gecondemneerden binnen veertien dagen^ na
de pronunciatie van het vonnis worden betaald ter secretarie alhier ,
en de stukken door...”
|
|
7 |
 |
“...1832. N°. 68.
207
ceduren tegen slaven en andere zaken, de kosten waarvan-ten laste
der kolonie zoude kunnen komen , wanneer zij van dezen impost
vrjj zal zijn en zal kunnen volstaan met op de requesten als nadere
schrifturen door hem gepresenteerd of overgegeven, te doen schrij ven:
» pro justitia”. Zullende de regter verpligt zijn ,«de partij , die suc-
cumbeert, altoos te condemneren in de kosten der zegels, of dezel-
ven te compenseren, daartoe termen zijnde, en ten dien aanzien
applicabel zijn hetgeen hiervoren ten aanzien der onvermogen den
is bepaald, zoo wanneer de gecondemneerde na gedane uitspraak
mogt bevonden worden daartoe middelen te hebben.
Art. 11.
Ten einde de rigtige verantwoording van het middel te verze-
keren en alle kwade practijken te weren, zoo zullen de zegels
worden geslagen ten overstaan van twee heeren raden uit het
hof van politie, en de zegels, bevorens de afgifte derzelve, door
den boekhouder zullen moeten worden geparapheerd, ten bewijze
dat daarvan de contróle...”
|
|