|
|
Your search within this document for 'konsepto,forma' resulted in four matching pages.
|
1 |
|
“...allen geval
nimmer langer dan zes maanden in de koloniën mogen verblijven,
terwijl, wanneer zij een langer verblijf mogten verlangen, zij zich
bij requeste aan den Gouverneur-Generaal of Gezagvoerders zullen
kunnen vervoegen ter verkrijging van admissie tot inwoning.
Art. 16.
De Gouverneur-Generaal of Gezagvoerders de stukken, bij art. 11
gevorderd, in orde bevonden hebbende en de zaak overigens daartoe
gedisponeerd achtende, zullen aan de verzoekers brieven van ad-
missie tot het burgerregt in forma verleenen.
Ten einde dezelve echter voor de belanghebbenden van kracht te
doen zijn, zullen zij, door exhibitie van dezelve, voor hunne in-
schrijving op het burgerregister zorg dragen, waarvoor zij zullen
moeten betalen zoodanige leges en emolumenten, als in detariven
der onderscheidene koloniën daarvoor zijn of zullen worden vast-
gesteld.
Art. 17.
Het burgerregt wordt verloren:
a. door eene afwezigheid van drie achtereenvolgende jaren uit
de kolonie, tenzij art. 5 lit. ƒ, of art. 6 lit. b en...”
|
|
2 |
|
“...der eilanden St. Eustatius en Saba, en Raden
der gemeente op eerstgemeld eiland,^
Allen dengenen, die deze zullen zien, of hooren lezen, salut.
doen te weten : ^
Gelet op het 4de artikel der Publicatie van den Gouverneur-
Generaal en Raden, dd. 29 Julij dezes jaars, houdende vaststel-
ling der leges en emolumenten, welke verschuldigd zullen zijn
voor het inschrijven in het burgerregister van personen in art. 7
van het reglement op het burgerregt opgenoemd, alsmede van de
brieven van admissie in forma, toe te staan naar aanleiding van
art. 16 van dat reglement, zijnde bij het aangetogen 4de artikel
aan de Gezagvoerders op de eilanden opgedragen om de bedoelde
leges en emolumenten, onder nadere goedkeuring van hetGouver-
nement-Generaal, zoodanig te regelen als de omstandigheden
vorderen en oorbaar geacht worden zal;
In aanmerking nemende dat de voor Suriname bij de aange-
haalde publicatie vastgestelde leges en emolumenten voor deze
kolonie doelmatig zijn; ...
Willende dezelve op St. Eustatius...”
|
|
3 |
|
“...op den ambtenaar, met het houden van het burgerregister belast,
om in dat register te worden ingeschreven, zal te St. Eustatius,
buiten en behalve de gewone leges en emolumenten op het indie-
nen van verzoekschriften vastgesteld, moeten worden betaald
f 10 leges en f 5 emolumenten.
Art. 2.
Van het verleenen van brieven van admissie tot het burgerregt
in forma, krachtens het meer aangehaalde 16de artikel, zal te
St. Eustatius, mede buiten en behalve de gewone leges en emo-
lumenten op het indienen van voorschriften vastgesteld, moeten
worden voldaan ƒ 30 leges en f 20 emolumenten.
Art. 3.
Behalve de voorschriften opgenóemd in art. 6, en welke, krachtens
dat artikel, op ongezegeld papier kunnen worden geschreven, en
die mitsdien ook uit dien hoofde bij deze van leges en emolu-
menten worden vrijgesteld , zullen bij alle andere requesten tot
het burgerregt betrekking hebbende, of uit het reglement des-
wege voortgevloeid of zich daarop grondende, moeten worden
geobservëerd de bestaande of...”
|
|
4 |
|
“...tot de aangifte verpligt zijn.
Art. 28.
Bijaldien eenig kind, in echt verwekt, aan boord van een Ne-
der landsch in de kolonie St Eustatius en Saba t’huis behoorend
vaartuig, op zee of in eene vreemde haven geboren wordt, zal
de vader, zoo hij op het vaartuig aanwezig is, of anders de be-
velhebber , vergezeld van twee der equipage, verpligt zijn om,
binnen drie maal vier en twintig uren na de terugkomst met zijn
onderhebbend vaartuig binnen dezelve kolonie, daarvan de gevor-
derde aangifte in forma te doen, op poene als bij art. 22 is voormeld.
Art. 29.
Van de geboorte van kinderen, buiten echt verwekt, aan boord
van Nederlandsche in de kolonie St. Eustatius en Saba t’huis
behoorende vaartuigen, zal door den bevelhebber, bij deszelfs terug-
komst met zijn onderhebbend vaartuig binnen dezelve, op de
wijze bij het voorgaande artikel bepaald, de aangifte gedaan wor-
den, mede op poene als bij art. 22 is vermeld.
Art. 30.
Het zal aan niemand vrijstaan om eenen anderen naam of voor-
naam aan...”
|
|
|