Your search within this document for 'di' OR 'dos' resulted in two matching pages.

You can restrict your results by searching for di AND dos.
1

“...1810. N°. 3 en 4. 1811. N°. 5. 8 do forbid by these presents, the selling by English weights and measures, and in case any person or persons of the above di- scription, or any other, whomsoever it might be, shall be found sel- ling by any other than by Dutch weights or measures, they shall for each time pay a penalty of thirty pieces of eight. Done in court, held at St. Eustatius the 27th July 1810. By Commandant and Concil, By Command, {get.) H. W. Pandt, Prov. Seer. No. 4. PROCLAMATION. Whereas many slaves are seen strolling about the streets of the Upper and Lower Town, at all hours of the night, Commandant and Council have thought proper to order, that every slave met in the streets after nine o’clock (at wich hour the gun will hereafter be fired) without having a written permit from his, her or their owner, or a lantern with a lighted candle therein, to prove that they are out on their owners business, shall be taken up and committed to the fort, there to remain untill the next morning...”
2

“...plaatsen, alwaar de directe invoer van slaven uit Afrika niet is geoorloofd, overeenkomstig de voor- schriften van art. 5 van het Koninklijk besluit van 17 September 1818, n°. 76, in verband met art. 3 van het Koninklijk besluit van 6 Julij 1825, n°. 54. De uitvoer van slaven van de Nederlandsche West-Indische bezittingen naar vreemde koloniën, landen of plaatsen blijft mede in het algemeen verboden, met gelijke uitzondering evenwel van zoodanige vreemde koloniën, landen en plaatsen, alwaar de di- recte invoer van slaven uit Afrika niet geoorloofd is, overeen- komstig het aangehaalde art. 5 van het Koninklijk besluit van 17 September 1818, in verband met art. 3 van het besluit van 6 Julij 1825; in geen geval echter zal eenige uitvoer van slaven uit de Nederlandsche West-Indische bezittingen naar eenige vreemde kolonie, landen en plaatsen vermogen te geschieden, dan alleen na daartoe de uitdrukkelijke toestemming te hebben ver- kregen van het Departement van Koloniën in het moederland. Art...”