Your search within this document for 'tin,skeit' resulted in five matching pages.
1

“...des burgers te eerbiedigen en de welvaart te bevorderen, »zooals een goed Koning schuldig is te doen» 1), anderdeels het Nederlandsche volk, bij monde van de Staten-Generaal, hem als Koning ontvangt en er- kent, en zich verbindt, zijne onschendbaarheid en rechten te hand- haven, »en alles te doen wat goede en getrouwe Staten-Generaal schuldig zijn te doen» 2). De Grondwet van 1815 schreef voor, dat de huldiging geschie- den moest in de open lucht ®), beurtelings te Amsterdam of in *) Art. 51. tin deze vergadering wordt door den Koning de volgen- de eed of belofte op de Grondwet afgelegd.n nitlk zweer (beloof) aan het Nederlandsche volk, dat ik de Grondwet ssvan het Rijk zal onderhouden en handhaven. di,Ik zweer (beloof), dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied DDdes Rijks met al mijn vermogen zal verdedigen en bewaren, dat ik de »„algemeene en bijzondere vrijheid en de rechten van al mijne onder- yitdanen zal beschermen en tot instandhouding en bevordering van de „„algemeene en ...”
2

“... verlof voorgesehreven 3). De Grond- wet verbiedt echter uitdrukkelijk zelfs aan den Koning het aan- nemen van vreemde orden, waaraan verplichtingen zijn verbonden 4). Verder spreekt ons artikel van vreemde titels, rangen en waar- ’> Art' 64- * * Ridderorden worden door eene wet, op het voorstel des Konings ingesteld.» - *) Art. 6o. »Vreemde orden, waaraan geene verplichtingen verbon- den zijn, mogen worden aangenomen door den Koning, en, met zijne -toestemming, door de Prinsen van zijn Huis. tin geen geval mogen de onderdanen des Konings vreemde ordetee- ■kenen, titels, rang of waardigheid aannemen zonder zijn bijzonder verlof.» Dit laatste lid spreekt van onderdanen. Wie zijn onderdanen? Op •eene aanmerking van de Tweede Kamer in haar voorloopig verslag van de begrootxng van 1869,' dat het geven van verlof door den Koning tot diet dragen van het pauselijk onderscheidingsteeken aan hen, die zonder zijne toestemming zich in pauselijken krijgsdienst hadden begeven, eene ongerijmdheid was...”
3

“...uitgaande rechten betreft, het tarief van | in- en uitvoer voor Nederlandsch Indië is vastgesteld bij de wetj van 17 November 1872 (Stbl. n°. 130, Ind. Stbl. 1873 n°. 35). j Daarbij zijn de differentieele rechten afgeschaft, welke een lager j invoerrecht deden heffen van voorwerpen, die van Neder] andschej afkomst zijn, dan van die, welke uit vreemde landen werden in- gevoerd i) * 3). Van sommige artikelen is de uitvoer uit Nederlandsch Indie aan een recht onderworpen, als huiden, koffie, suiker, tin en vo-j gelnestjes, terwijl van indigo en tabak, wanneer zij niet bereid ! zijn voor de inlandsche markt, evenzeer uitvoerrecht betaald moetj worden. Van doorvoer worden geene rechten geheven. i) De zeezwaluw, wier nestje als lekkernij en artsenij veelal naai- China wordt uitgevoerd. Voor een gedeelte houdt het gouvernement hel monopolie aan zich. J *) Er worden geen rechten geheven in de residentie Riouw, noch i| de residentie Menado, het gouvernement van Celebes of onderhoorighel den, dat van...”
4

“...leveren. Eindelijk brengen ook de Vorstenlanden koffie voor het gouvernement op, doch hier zijn het de onafhankelijke prinsen, met wie het gouvernement han- delt, en die ook een veel hoogeren prijs genieten nl. ƒ23.34. Op de Ind. begrooting voor 1884 wordt gerekend op den ver- koop hier te lande van 865,000 pikols koffie, tegen 60 cents per kilogram, ƒ30.880.500 *). Het behoeft geen betoog, dat ook verscheidene vrije koffie- ondememingen bestaan, die aangelegd zijn op van het gouver- I) Het Banka-tin wordt geacht in 1884 67000 pikols te zullen op- brengen, tegen f 55 per 50 kilogram, ƒ4.495.700....”
5

“...van koloniën die van commissionair en commis- siegever is. Volgens de laatste overeenkomst verbindt zich de Staat, om zich voor het afschep en,rvervoeren, opslaan en verkoopen van de producten van Nederlandsch-Indië van geene andere personen dan van de Maatschappij te bedienen. Als waarborg deponeert zij 5 millioen guldens in geld of geldswaarde. Voor commissieloon wegens het te gelde maken der producten, het gewone del credere daaronder begrepen, geniet zij thans 2°/0 met uitzondering van het tin, waar- voor zij lt-°/0 rekent, terwijl zij voor aanbesteding of bestelling en verzending van goederen 1°|0, voor de enkele verzending van goederen 4-°/0 en van specie l °/0 in rekening mag brengen. Be- *) Men vindt de statuten der Handelmaatschappij in het Bijvoegsel t. h. Staatsblad, (ed. d’engelbronnek), Vde Deel, blz, 175. '...”