|
|
|
1 |
|
“...65
volk de forten en de hoogte had bezet, meende hij het
raadzamer terug te trekken, ten einde zijne manschappen
te sparen, en plaatste eene wacht aan het begin van den
Rooden weg.
De Franschen, die nu het land begonnen af te loopen,
planlaadjes plunderden, het vee wegroofden, en de slaven
aan zich trokken met belofte van vrijheid, vielen weldra
die wacht aan, dreven haar terug en waren weldra van de
geheele Spaansche zijde of otro banda genaamd, meester, van
waar zij hun geschut op de stad begonnen te rigten, het-
geen zij daar en op andere plaatsen in batterij hadden ge-
bragt. Nu klom de nood der stad het hoogst. Weinig ver-
dedigingsmiddelen , slechte wapenen, geringe voorraad van
buskruid, ledige magazijnen door het uitrusten der Venge-
ance en der broeder(!)-schepen; daarbij gebrek aan water
en vee door langdurige droogte; en nu wederom een ulti-
matum van bresseau om stad en land over te geven» met
bepaling van zware straffen voor bestuur en ingezetenen,
die aan zijnen eisch geen...”
|
|
|