|
|
Your search within this document for 'plan,trabou' resulted in nine matching pages.
|
1 |
|
“...56
denheid en wijsheid van den gezaghebber van St. Eustatins,
die tot Gouverneur van Curasao werd benoemd, faesch ge-
heelen, de onlusten werden gestild en de partijen onderling
bevredigd.
In 1752 bad er een opstand onder de Negers plaats; bij-
zonder van de planlaadje Hato, welke zeer bedenkelijke ge-
volgen scheen te zullen bebben, doch die door spoedige tus-
schenkomst van den Gouverneur weldra was gedempt. Velen
echter der opstandelingen, welker plan het was geweest
hunne meesters te vermoorden, en door onderlinge aaneen-
sluiting van alle slaven, het eiland in hun bezit te krijgen,
werden tot afschrik van anderen, ter dood gebragt.
Ten jare 1778 trof den schepen, welke toen in de haven
lagen, een schromelijke ramp. ’s Lands fregat van Alphen,
onder bevel van den kapitein ter zee van der feltz, vloog
in den vroegen morgen van den 15den September omstreeks
8 ure, plotseling in de lucht, waarbij bijna de geheele
equipage, ten bedrage van 205 man, het leven verloor. Al-
leen bragten de...”
|
|
2 |
|
“...van
het eiland, welke, indien hij niet in tijds was kunnen be-
dwongen worden en zich naar de andere divisiën had kun-
nen uilbreiden, de oorzaak van den dood en het verderf van
alle blanken, misschien wel van alle onze kleurlingen zou
geweest zijn. Er ontstond op de plantaadje de Knip onge-
noegen onder de slaven, omdat de eigenaar hun het loon
onthield, opgevende, dat zij schulden hadden gemaakt, die al-
dus moesten afbelaald worden. De Negers weigerden te wer-
ken en trokken naar de stad, met plan, zooals zij zeiden, om
zich bij het Gouvernement te beklagen; over de plantaadje
Santa Crux gaande, voegden zich de Negers, die daarop
woonden bij hen, en de opstand kon gerekend worden een’
aanvang te hebben genomen, vooral toen hun getal door
slaven van andere plantaadjes gedurig vermeerderde, men
de rhum-distelleerderijen had opgebroken en door hel ge-
bruiken van sterken drank lot den staat van volslagen woede
was opgewonden. Het getal der opstandelingen klom weldra
tot meer dan 2000, door...”
|
|
3 |
|
“...Guadeloupe besloten had, om het eiland Cu-
racao te bezetten, daar het door vijandelijken aanval der
Engelschen werd bedreigd, die op Jamaica zich reeds uit-
rustten, om daaraan gevolg te geven. Aan bresseau, die zelf
verzocht had ter vergadering te mogen tegenwoordig zijn,
werd spoedig te kennen gegeven, dat die vermeende uitrusting
een verzinsel was, en Curacao genoeg in staat zich zelf tegen
allen vijandelijken aanval te verdedigen. Bresseau inziende
dal het zaak was om op dit oogenblik op het plan van het Co-
mité niet verder aan te dringen, verzocht nu slechts, met
zijne schepen in de haven te mogen komen, om de troepen
die hij aan boord had, te kunnen ververschen, onder het
geven van zijn woord van eer, dat niemand op Curasao
eenig leed zou worden gedaan, en zij spoedig weder naar
Guadeloupe zouden wederkeeren.
Dit werd onvoorzigtig loegestaan, doch wie zou van eene
bevriende natie, van broeders, zulk eene trouweloosheid
hebben verwacht, als naderhand bleek? Spoedig werden er
van de Fransche...”
|
|
4 |
|
“...den Gouverneur zendende, had zeker gemeend,
dat de bevelhebber van hel fregat la Vengeance, petit, met
hem gemeene zaak zou maken, en verwittigde hem dus
van zijn voornemen; doch deze wilde met dien schandelij-
ken woordverbreker niets te doen hebben: onderrigtle in
persoon den Gouverneur, wat bresseau van hem had geëischt,
en verzocht nu, dat hem alles gemakkelijk zou worden ge-
maakt, om zoo spoedig mogelijk de haven te verlaten, daar
hij voor de wraak van zijn eigen landgenooten vreesde. Van
plan echter veranderende, liet hij dadelijk het ankertouw
kappen, de zeilen aanslaan en stevende naar zee, ofschoon
er nog onderscheiden personen, die tot het schip behoor-
den, aan wal waren.
Het fregat werd kort daarna, na een hevig gevecht, door
een Engelsch fregat genomen.
Dal de eisch van bresseau of van het Comité door het
Bestuur van het land werd afgeslagen, spreekt wel van
zelf, en bresseau zich van den steun, waarop hij gerekend
had verlaten ziende, werd de vriendelijkheid zelve, wilde van...”
|
|
5 |
|
“...wordt toegeschreven, is dan ook de oorzaak, dat al wat
tapijt heet van de vloer verbannen is, tenzij misschien hier
of daar een nederig kleedje voor de kanapé. En voorze-
ker, dat haalt groole sommen uit, want, indien dat wat
men zalen noemt, met tapijten moest belegd worden, en
men zou zich hier niet met groene of blaauwe ruitjes be-
helpen, zou ’t misschien hier en daar nog al een deficit
in de beurs te weeg brengen. Nu heeft men voor zulk een
te kort ten minste geen nood. De vloeren zijn of de plan-
ken in nalura (men bezigt daartoe echter goed, zelfs schoon
hout) of met eene grijsachtige verw bekleed, of wel van klin-
kersteenen of blaauwe heelbakken, soms van marmer of
blaauwe hardsteen met marmer geschakeerd. Steenen vloe-
ren vindt men met weinig uitzondering in alle keukens, al
zijn die ook op de derde of vierde verdieping, want, mis-
schien is het tot gemak, zoo hoog zelf vindt men ze, ook
wel om die reden, dat de huizen of verdiepingen afzonder-
lijk worden verhuurd en bewoond en...”
|
|
6 |
|
“...baai zooveel gang niet meer, of zij zouden
best de opening kunnen vinden, die dan in de brug moest
gemaakt worden, terwijl zelfs, hoe sneller hun gang was,
zij des te beter stuur konden houden. Doch er zijn hier on-
derlinge belangen, die zich kruisen, waarmede echter het
Gouvernement niets te maken heeft, welke het leggen van
zulke bruggen verhinderen doch... het blijft bij het oude!
Men vermeent echter lot vreugde van velen, die er geen be-
lang bij hebben, dat die waterbakken blijven, dat het plan om...”
|
|
7 |
|
“...droogte dat water nooit ophoudt te vloeijen: wel
is dan de hoeveelheid minder, welke uit de onderaardsche
kanalen naar de bovenaardsche of gelijkvloersche bakken
vloeit, en de aandrang niet zoo sterk, maar toch altijd nog
genoegzaam en overgenoeg, om niet alleen de gronden, die
het noodig hebben te besproeijen, maar ook het vee van
deze en van de naburige plantaadje bij aanhoudende droogte
te drenken. Aan drinkbaar water voor het vee kan soms
zeer groot gebrek bestaan, omdat, ofschoon er geen plan-
laadjes zijn zonder putten, vele putten echter brak water
geven, andere uitdroogen; maar vele zijn er toch, die altijd
hun water blijven behouden en dat in genoegzame hoeveel-
heid opleveren, om ook nog als drinkwater voor de inwo-
ners te worden verkocht. Als eene bijzonderheid van deze
bron op Hato dient ook te worden gemeld, dat als er regen
komen zal, het water eerst troebel en daarna ziltig wordt.
Waaraan dit is toeteschrijven, is mij onbekend. Die verder
in de geologische wetenschap dan...”
|
|
8 |
|
“...tigjarige ondervinding geijkt, levert voor het Christelijk leven
geen bezwaren, onverschilligheid hoopt men wel niet dat
de reden zou wezen, dat de namen van hervormden en
Lutberschen hier als verdwenen zijn. Een andere band
van vereering houdt velen te zamen in een paar vrijmetse-
laarsloges, tegen welke de Roomsche geestelijkheid zeer on-
verdraagzaam schijnt; nu en dan wordt het lijk van een
katholiek op het kerkhof der Protestanten begraven.
DIEREN EN PLANTEN.
Men meene niet, dat het in mijn plan ligt in deze schet-
sen eene physische en physiologische beschrijving van de...”
|
|
9 |
|
“...het: Ewan-
helie di San Matheo, poeblikado abau di direksjon di Domini
c. conradi, Minister di St. Ewanhelie, dat is: Evangelie van
St. Malt heus, uitgegeven onder opzigt van Ds. c. conradi; Pre-
dikant, in 1844 hij a. l. s. muller en j. f. neuman wz., al-
hier, in de Willemstad, (welke drukkerij nog beslaat en,
waar ook de Cura?aosche courant wordt uitgegeven, doch
van geen grooten omvang is en niet anders dan zeer duur
kan werken), uitgegeven, hetgeen er zeer goed uitziet. Hel
was zeker met het plan, om Rijbelkennis onder de Papië-
mentsch sprekende bevolking, vooral onder de Roomschge-
zinden Ie verspreiden; maar of er wel vele exemplaren van
verspreid zijn, meen ik te moeten betwijfelen. Zooals ik
verneem, is de vertaling van de Handelingen der Apostelen
ook door een zeer bekwaam lid der Protestantsche gemeente
sedert jaren bewerkt; maar is in scriplis blijven berusten,
9...”
|
|
|