Your search within this document for 'djente,banda' resulted in two matching pages.
1

“...65 volk de forten en de hoogte had bezet, meende hij het raadzamer terug te trekken, ten einde zijne manschappen te sparen, en plaatste eene wacht aan het begin van den Rooden weg. De Franschen, die nu het land begonnen af te loopen, planlaadjes plunderden, het vee wegroofden, en de slaven aan zich trokken met belofte van vrijheid, vielen weldra die wacht aan, dreven haar terug en waren weldra van de geheele Spaansche zijde of otro banda genaamd, meester, van waar zij hun geschut op de stad begonnen te rigten, het- geen zij daar en op andere plaatsen in batterij hadden ge- bragt. Nu klom de nood der stad het hoogst. Weinig ver- dedigingsmiddelen , slechte wapenen, geringe voorraad van buskruid, ledige magazijnen door het uitrusten der Venge- ance en der broeder(!)-schepen; daarbij gebrek aan water en vee door langdurige droogte; en nu wederom een ulti- matum van bresseau om stad en land over te geven» met bepaling van zware straffen voor bestuur en ingezetenen, die aan zijnen eisch geen...”
2

“...veel schepen, meestal op lading te wachten of te kalefateren. Aan het einde der baai, waar dit dusgenoemde Scholtegat begint, een zeer groot water dat door land omgeven is, is de quarantaine plaats voor schepen, die van verdachte plaat- sen komen. Die van besmette komen, moeten quarantaine houden op het eiland Klein-Curafao, over zee ongeveer 3 of 4 uur Zuidoostwaarts van Curasao gelegen, en waar ook een kleine militaire post is. Het vierde gedeelte der stad, de dusgenoemde baai-zijde of séno banda, ligt juist tegenover de Willemstad, Westwaarts (of zoo als men spreekt, naar beneden) dus ter linkerzijde van de baai, is het grootste en mag met regt het beste ge- deelte genoemd worden. Aan den kant van de baai is een groot plein, op welks achtergrond huizen staan en het Mo- lenplein wordt genoemd, naar een’ molen die hier weleer was. De voornaamste, ik zou haast zeggen, eenige straat is ook hier de goed geplaveide Breedslraat, welke eenige hon- derd schreden ver, als de vrij regelmatig gebouwde...”